Het bekleden van een coracle frame
met een koeienhuid van een dikbilkoe |
Het proces in grote stappen
De huid wordt eerst provisorisch op de coracle vast gemaakt, dat kan met klemmen, maar het geniet de voorkeur om dat met lange repen stof (oud laken of oud gordijn) te doen. Repen van drie meter of zo. Daarna wordt de huid op het frame gebaaid. |
Rien heeft de huid gelooid. Als Jan aankomt bij Rien hangt de huid uit te druipen. Een tweede huid ligt nog in de bak. Toen Rien de huiden kreeg heeft hij met een hogedrukspuit de stront van de huiden gespoten en het overtollig vet met een mes weggesneden. Toen hebben de huiden twee weken in de aluin liggen weken. Een keer per dag goed omroeren. Rien pakt het frame van de coracle, 100 % wilgenhout. De huid wordt over het frame gelegd. Met spanbanden fixeren Rien en Jan de huid op het frame. De huid zit mooi om het frame, grote flappen huid vallen naar binnen. Rien snijdt de overtollige huid weg. Uit de weggesneden huid knipt Rien repen van ongeveer 2 cm breed. De repen zijn meer dan een meter lang. Het gaat beter met een mes en de hulp van zijn vrouw Joke. Met een holpijpje slaat Rien een ovaal gat in de reep. Een reep heeft gat aan elk uiteinde en wordt een riem. Rien slaat met een holle beitel een gat boven elke staak. De gaten zijn halve maanvormig. De eerste riem wordt bevestigd. De riem wordt verlengd door de nieuwe riem door het oog aan het eind van de vorige te halen. Helemaal rond knoopt Rien het laatste eind goed vast. Bij de staart vouwt de huid niet om de rand. Zo kan water makkelijk uit de boot worden gegoten. Het plasgootje waar het hoort te zitten, onder de staart. Nadat de huid twee weken is ingedroogd is de boot vaarklaar. |